LES 2 : SPELLING – persoonsvormen
Stap 1: leg eerst jouw materialen klaar!
– Werkschrift spelling (donkerblauw) pagina 30-31
– Jouw pen en uitgomstift. Zeker geen balpen gebruiken want dat kan je niet uitgommen!
– Spellingskaarten: Werkwoorden 1 (stappenplan)
Stap 2: we gaan aan de slag!
WAT GAAN WE LEREN?
Jullie hebben reeds geleerd om werkwoorden (doe-woorden) te vervoegen in de tegenwoordige tijd (=nu). We gaan dit verder oefenen, ook met werkwoorden waarvan de stam eindigt op d zoals vinden (stam=vind) of zoals worden (stam=word).
In deze les komen ook werkwoorden met klankverandering aan bod, bijvoorbeeld reizen – ik reis of vrezen – ik vrees.
Eer we aan de slag gaan in het werkschrift is het belangrijk dat je eerst rustig een aantal filmpjes gaat bekijken.
WE GAAN AAN DE SLAG IN ONS WERKSCHRIFT!
– Oefening 1 (helemaal maken)
– Oefening 2 (hier kleuren we het bolletje R van regelwoord)
– Oefening 3 (helemaal maken) Bij deze oefening gebruik je 3 kleuren. ROOD voor de ik-vorm. BLAUW voor de hij/jij-vorm en GROEN voor de WIJ-vorm. Opgepast: er zal niet altijd ik, hij/jij, wij bij het woord staan. Dan moet jij goed nadenken bij welke vorm het dan wel past. Bijvoorbeeld ‘de jongens tekenen’, door wat kan je ‘de jongens’ vervangen? Is dat door ‘ik’ tekenen – ‘hij/jij’ tekenen – ‘wij’ tekenen? Je kan dit uiteraard enkel door ‘wij’ vervangen. Dus ‘de jongens tekenen’ behoort tot de wij-vorm, dit geef je dus de groene kleur.
– Oefening 4: (helemaal maken)
– Oefening 5: (helemaal maken)
– Oefening 6: (dit is een magje)
– Oefening 7: (helemaal maken) Bij deze oefening krijg je steeds de infinitief tussen haakjes. Jij moet natuurlijk deze infinitief aanpassen naar de ik, hij/jij, wij-vorm (=infinitief).
WAT ALS JE HET ECHT NIET BEGRIJPT?
Heb je problemen, ga dan naar de chat en contacteer juf Kim.
Stap 3 : ben je al klaar?
Maak dan jouw magje op pagina 3 of een taak op taalblobs.