LES 1 : WISKUNDE : bewerkingen/meten en metend reken – toepassingen met geld
Stap 1: leg eerst jouw materialen klaar!
– Werkschrift rekenen Target 6 (donkergroen), pagina 5-6 – Rakkertje pagina 49
– Kladblaadjes
– Een schrijfpotlood, een gom én een fluostift. We maken dit werkblad NIET met onze pen. Zo kan je foutjes makkelijk weggommen en opnieuw beginnen.
Stap 2: we gaan aan de slag!
WAT GAAN WE LEREN?
Vandaag gaan we werken rond de euro. We zullen oefeningen maken waarbij we gepast zullen moeten betalen, of geld teruggeven.
Jullie weten dat dit geen makkelijke leerstof is. Daarom is het zeer belangrijk dat jullie de filmpjes goed bekijken en ook jullie Rakkertje bij de hand houden.
Eer we aan de slag gaan we ons geheugen nog even opfrissen en daarom bekijken we eerst het volgende filmpje:
BEKIJK HET FILMPJE DOOR OP DE AFBEELDING TE KLIKKEN: GELDWAARDEN
WE GAAN AAN DE SLAG IN ONS WERKSCHRIFT EN MET ONS RAKKERTJE
We starten op pagina 5:
– Oefening 1 (helemaal)
– Oefening 2 – deel 1 (helemaal) Hier heb je jouw fluostift nodig. Lees het vraagstuk en markeer de belangrijkste gegevens, alsook de vraag. Bij de G van gegevens mag je schrijven ‘zie fluo’. Bij B van bewerking schrijf je jouw bewerkingen op. Het uitschrijven ervan mag op een kladblad gebeuren. Laat je niet vangen bij de stoelen. 1 stoel kost 60 euro, maar er zijn 6 stoelen! Bij A van antwoord schrijf je netjes jouw antwoord. Vergeet hoofdletter en leesteken niet.
– Oefening 2 – deel 2 (helemaal) Hier heb je terug jouw fluostift nodig. Lees het vraagstuk en markeer de belangrijkste gegevens, alsook de vraag. Bij de G van gegevens mag je schrijven ‘zie fluo’. Hier zie je terug de B van bewerking, maar ook de S van schema. Juf zal jullie via een filmpje begeleiden hoe we dit schema zullen opmaken. Jullie mogen het schema dan overschrijven in het kader, maar jullie moeten wel alles zelf uitrekenen.
BEKIJK HET FILMPJE DOOR OP DE AFBEELDING TE KLIKKEN:
– Oefening 3 – deel 1 (helemaal) Hier heb je opnieuw jouw fluostift nodig. Lees het vraagstuk en markeer de belangrijkste gegevens, alsook de vraag. Bij de S van schema zullen we het schema met de pijlen tekenen, net zoals bij de vorige oefening. Juf zal jullie opnieuw via een filmpje begeleiden hoe we dit schema zullen opmaken. Jullie mogen terug het schema dan overschrijven in het kader, maar zelf uitrekenen. Wie wil mag het ook eerst zelf proberen en daarna het filmpje bekijken. Dit mag je zelf beslissen. Je moet wel werken met hetzelfde schema!
– Oefening 3 – deel 2 (helemaal) Hier moet je een kruisje zetten bij de juiste rekening. Kijk daarvoor goed naar het volgende: het totaal (Hoeveel moet mama betalen?), ontvangen (Dus wat krijgt de kassa van mama? Met welk briefje betaalt ze?), Terug (Hoeveel krijgt mama terug? Dit kunnen jullie aflezen bovenaan jullie 2 pijlen.)
– Oefening 4 (Dit is een magje. Je bent niet verplicht om deze oefening te maken.) Hier heb je jouw fluostift terug nodig. Lees het vraagstuk en markeer de belangrijkste gegevens, alsook de vraag. Bij de G van gegevens mag je schrijven ‘zie fluo’. Bij B van bewerking schrijf je jouw bewerkingen op. Je hoeft hier niets uit te schrijven want je zal deze bewerking namelijk al cijferend uitrekenen.
Noor en haar 3 zussen willen een trampoline kopen en die kost 584 euro. Mama en papa leggen 100 euro bij. Er zal dus 100 euro weggaan van de 584 euro. Nu weet je hoeveel Noor en haar 3 zussen nog zullen moeten betalen. Ze zullen elk evenveel betalen. Daarom zullen ze het bedrag moeten delen. Maar door hoeveel zullen ze het moeten delen? Denk goed na… Noor en haar 3 zussen. Hoeveel personen zijn dit? Als je dit weet mag je het al cijferend gaan uitrekenen. De deling is reeds getekend voor jou. Als je niet meer weet hoe je al cijferend moet delen, dan bekijk je best nog eens het onderstaande filmpje:
BEKIJK HET FILMPJE DOOR OP DE AFBEELDING TE KLIKKEN:
WAT ALS JE HET ECHT NIET BEGRIJPT?
Heb je problemen, ga dan naar de chat en contacteer juf Kim.
Stap 3 : ben je al klaar?
Maak een rekentaak op kweetet.
